Notitieboek van licht en lucht


'We kunnen niet genoeg naar de lucht kijken', schreef de 19e eeuwse Haagse School-schilder Jan Hendrik Weissenbruch. 'We moeten het van boven hebben. Licht en lucht, dat zijn de grote tovenaars.'

Iedere ochtend als ik de gordijnen opentrek van mijn appartement in de binnenstad van Groningen word ik begroet door een kersverse hemel. De kleur van de lucht, de vormen van de wolken, de matte ochtendschemering, het licht van de ondergaande zon: ze beïnvloeden de sfeer waarin mijn dag verloopt.

'Huis aan de hemel' is een literair notitieboek in de vorm van prozagedichten. Voor mijn observaties put ik soms uit eerdere ervaringen, maar altijd zijn die verwerkt rondom actuele impressies van licht en lucht. Lees mee en raak geïnspireerd om zelf je ogen wat vaker op het hemeldak te richten en te genieten van wat je daar ziet.

De titel van deze blog is ontleend aan een nummer van Cesaria Evora -'Tiempo y silencio'. Via deze links naar YouTube kan je een filmpje van het nummer bekijken en beluisteren. Casa en el cielo 1 of Casa en el cielo 2


maandag 30 september 2013

A7 - 21.21

Zacht ronkend zoeft de streekbus door de nacht. De wereld is van leisteen en basalt in het magma van de neonlampen. Graafmachines houden kwartier aan de rand van het veld, log en met hoog geschaarde armen. Prehistorische monsters, zeg ik bij mezelf, uitgerust met slurf en mammoetkop, dreigend tegen het donker. Morgen zullen ze verder trekken over het landschap van sintels, teer en zand. Terwijl ik daaraan denk, is het in de bus volkomen stil. Alsof ieder ander bij dit beeld beseft: ook deze tijd, die eindeloos lijkt -als de weg waarover wij rijden– zal ten slotte in het ondenkbare verdwijnen.

zondag 22 september 2013

Stamelend

De zomer stamelt zijn laatste woorden, alleen wie nauw luistert, kan ze nog verstaan. Waar aardappelen stonden, resten vetbruine voren, gevuld met hemelgrauw. Maïs is bij de enkels afgesneden. Boven de staken drijft een oranje zoom. Dieppaarse wolken achter de roze pannendaken. De bakstenen gevels dragen een dromerige gloed. Sepia als op een verbleekte aquarel waaruit het groen en blauw zijn verdwenen. En wanneer ik het autoraampje opendraai, proef ik de gure smaak van de maanden die ons wachten: suikerbieten en stervend blad.

maandag 16 september 2013

Filigrein

De torenklok klinkt: ik tel acht slagen. Veel te vroeg nog voor een vrije dag. Het licht kiert door de bamboe blinden. Ik kan de verleiding niet weerstaan. Misschien kan ik mijn jurk nog een keer aan! En ja, een vanille zon kruipt op vanachter de herenhuizen, die half in schaduwen zijn gehuld. De torenkroon met het vaan van Sint Maarten lijkt met fijne hand uitgeknipt. Koperfiligrein tegen het roomwit van de morgen.

zondag 15 september 2013

Een zonnige dag in september

Wolken en water snijden het raam in tweeën. Grijs tegen grijzer. De meeste kleuren zijn nog niet opgestaan. In de damp die aan de vlakte kleeft verdwijnen haast de tjalkjes. Hun bruine zeilen dalend en stijgend op de polsslag van de zee. En dan -alsof een volgspot aanspringt- zonnestralen. Eén scheepje wordt levendig uitgelicht. Majestueus glijdt het voort langs een baan van schitteringen. Boodschapper van een zonnige dag in september.

donderdag 12 september 2013

Voorbije nacht

In de diepzee van de nacht zag ik de oude toren staan. Eenzaam, zwijgend en met zwak lichtend oog. Niet opgewassen –zo leek het– tegen het donker. De straten waren leeg, de huizen blind, nergens klonk een voetstap of stem. En plotseling kwam de toren mij voor als een grijsstenen zerk, door tomben omringd, aan een verlaten kerkhoflaan. Somber bleef ik aan het raam: ik dacht niet meer aan slapen. Toen zag ik aan de hemel een maansikkel, heel fragiel, en een ster die daarbij stond te flonkeren.

zaterdag 7 september 2013

Blad voor blad

Blad voor blad pluk ik de herfst uit mijn geraniums. Even blijf ik aan de balustrade staan. Stilte trilt in de nevelige morgen. Omsluierd zonlicht bereikt nauwelijks de grond. Zelfs de stadsgeluiden schijnen anders. Het Martinikerkhof is zijn roeken kwijt. En het carillon verspreidt aarzelende tonen. Melodie van de onontkoombare tijd.