Notitieboek van licht en lucht


'We kunnen niet genoeg naar de lucht kijken', schreef de 19e eeuwse Haagse School-schilder Jan Hendrik Weissenbruch. 'We moeten het van boven hebben. Licht en lucht, dat zijn de grote tovenaars.'

Iedere ochtend als ik de gordijnen opentrek van mijn appartement in de binnenstad van Groningen word ik begroet door een kersverse hemel. De kleur van de lucht, de vormen van de wolken, de matte ochtendschemering, het licht van de ondergaande zon: ze beïnvloeden de sfeer waarin mijn dag verloopt.

'Huis aan de hemel' is een literair notitieboek in de vorm van prozagedichten. Voor mijn observaties put ik soms uit eerdere ervaringen, maar altijd zijn die verwerkt rondom actuele impressies van licht en lucht. Lees mee en raak geïnspireerd om zelf je ogen wat vaker op het hemeldak te richten en te genieten van wat je daar ziet.

De titel van deze blog is ontleend aan een nummer van Cesaria Evora -'Tiempo y silencio'. Via deze links naar YouTube kan je een filmpje van het nummer bekijken en beluisteren. Casa en el cielo 1 of Casa en el cielo 2


zondag 27 januari 2013

Protest

Boven is het even wit als beneden. Door de nevelsneeuw zijn alleen omtrekken van bomen te zien. Vlokjes smelten in tranen langs de voorruit van de snelbus. Kreunend en steunend vegen de wissers ze weg. Uit de weilanden stijgt een grondmist op waarin samenkleumende pony’s haast verdwijnen. Maar midden in dat ontkleurde beeld staat bij een boerderij een klein meisje –roze broekje, turkooizen jack en crèmewollen muts– met het sledetouw in haar hand naar ons te turen. Stil protest tegen de treurigheid.

zondag 20 januari 2013

Verloren land

Wolken met kappen van basalt en graniet dreigen het land te verpletteren. Waarom zie jij dat niet? In de zwarte grond is alle leven doodgevroren. Waarom voel jij dat niet? Aan de westelijke einder is een zwavelvuur ontstoken. Waarom ruik jij dat niet? In mijn droom vannacht vluchten we samen de schaduwstad in. De gebouwen zijn er zonder ramen en deuren. Op mijn lippen proef ik de smaak van bederf. Wie zich verliest gaat verloren in dit hermetische vergezicht.

donderdag 17 januari 2013

Hemel en aarde

Als een glad gepoetst schild scheidt het avondlijke firmament de hemel van de aarde. De maanzeis heeft het blauw verwond. Overal gapen gaten waaruit onwezenlijk licht komt sijpelen. Op het witbevroren dak aan de overkant landt een kraai. Hij draait en draalt voor hij mijn kant op kijkt. Welkom, wijze man. Ik hoopte op nog een paar dagen. Dan slaat hij zijn vleugels weer uit. Er is nog tijd.

zondag 13 januari 2013

Na een lange herfst

Aan de horizon gloort grijs met roomwitte lijnen die loom naar het oosten reiken. Maar daarboven juicht blauw. Weilanden zijn met sneeuw bestoven. Zilverberken blinken en op de sloten knarpt een glasdun laagje ijs. De vaarten -nog open- laten de rimpelloze bovenwereld zien. Als ik langs rijen populieren de weg af draai, ratelen zonnestralen over mijn gezicht en armen. Door het open raampje, ruik ik de winter. Helder. Schoon. Opgeruimd.

zaterdag 5 januari 2013

Cap Finisterre

Glip door het oog van mijn geest. De duisternis is er zwarter dan een nacht in het Turkse hooggebergte. De dag spreidt een verblindend licht als boven de oceaan bij Cap Finisterre. Al die plekken waar ik nooit was. Toch heb ik er gedwaald. Vanmorgen bij het ontwaken vond ik mijn kamer terug in zilver velours. Een merel zong. Even meende ik dat het lente was.

donderdag 3 januari 2013

's Nachts

’s Nachts als de demonen komen en ik weerloos ben. Blijf dan bij me. Haal me aan. Je brede rug vormt een onneembare vesting. ’s Nachts als de demonen komen. Ze fluisteren boze gedachten in mijn oren. Word wakker. Raak me aan. Weet dat ik besta. Ademloos luister ik naar het donker dat zich niet laat raden. Alleen. Demonen die ik niet overwinnen kan.