Notitieboek van licht en lucht


'We kunnen niet genoeg naar de lucht kijken', schreef de 19e eeuwse Haagse School-schilder Jan Hendrik Weissenbruch. 'We moeten het van boven hebben. Licht en lucht, dat zijn de grote tovenaars.'

Iedere ochtend als ik de gordijnen opentrek van mijn appartement in de binnenstad van Groningen word ik begroet door een kersverse hemel. De kleur van de lucht, de vormen van de wolken, de matte ochtendschemering, het licht van de ondergaande zon: ze beïnvloeden de sfeer waarin mijn dag verloopt.

'Huis aan de hemel' is een literair notitieboek in de vorm van prozagedichten. Voor mijn observaties put ik soms uit eerdere ervaringen, maar altijd zijn die verwerkt rondom actuele impressies van licht en lucht. Lees mee en raak geïnspireerd om zelf je ogen wat vaker op het hemeldak te richten en te genieten van wat je daar ziet.

De titel van deze blog is ontleend aan een nummer van Cesaria Evora -'Tiempo y silencio'. Via deze links naar YouTube kan je een filmpje van het nummer bekijken en beluisteren. Casa en el cielo 1 of Casa en el cielo 2


dinsdag 28 augustus 2012

Marmer

Het landschap heeft zoveel gezichten als er kleurschakeringen zijn. Bruine akkers staan vol modderpoelen, de bedauwde weiden schijnen zilvergrijs. Zachtgeel ademt achter de berkenbomen. Om hun grauwe stammen slingert rijkelijk groen. Wolken zijn met messing licht dooraderd. Nog hoger effent de lucht zich in zuiver blauw. Zwaluwen vluchten in die leegte. Hun wieken lijken gevouwen door één hand. Heel even toont er mij een zijn monnikskleed, voor hij in het marmer verdwijnt. Dan reist mijn blik terug langs rosa bellisima en hemelsblauw naar een aardser verfpalet.

maandag 20 augustus 2012

Wind van zee

Zelfs kopersulfaat en kalk kunnen dit forsforvuur niet doven. De zandvlakte zindert in het licht. Vlammen bijten in de naakte huid van mijn rug en armen. Geen schaduw om te schuilen en ook geen zuchtje wind. Alleen een monotoon mompelen, dat zich mengt met het murmelen van de zee. Een kinderkreet, het krijsen van een meeuw. Lome roodwitte zeilen, een containerschip schuift voorbij. Jongetjes vangen krabbetjes en garnalen, graven geulen waarin lauw sop blijft staan. Schelpenscherven onder mijn voeten, ribbelzand, zeewier en zog. En eindelijk die fel begeerde koelte van het water. Maar geen zuchtje wind van zee.  

donderdag 9 augustus 2012

Openbaring

Boven de Tussenklappen stuwen loden wolken. Ze volgen ons met gestage tred. Muntendam ligt al ver achter ons. Bereiken we nog op tijd Zuidbroek? Ruig struikgewas groeit Tussen de Venen, zuring, distels, fluitenkruid. Langs de sloten buigen tere koekoeksbloemen onder de aanwakkerende wind. Wacht even. Je camera. In het oosten gromt en rommelt het. Hé, nu niet treuzelen meer! Ik zoek mijn paraplu. Dan, onverwacht, openbaart het zonlicht zich. Graan schittert tot aan de horizon. En heel in de verte weg, dicht boven de aren, glijdt een blauwe kiekendief.  

zondag 5 augustus 2012

Hoe het begon

Bedeesd, zo begon het, met een vederlicht tikken. Sporen trokken trillend langs het raam. Plasjes vormden zich op de vensterbanken. Glimmende klinkers in de straat. Ineens kwam er een harde wind opzetten. Het goudvaantje op het oude wijnhuis sloeg naar het zuiden om. Beken klaterden van de daken. Het was of het doek van een marktkraam leeg werd geschud. Gulzig slurpten de putten de overvloed naar binnen. En in de regenpijp gorgelde een sonore toon. Zoals toen het land van het water werd gescheiden, nog voor het allereerste woord.