De scherf van een
granaat heeft jou gemist, stond in een vergeten krant. Waarom? Je
mooie lijf niet stuk gereten op de kale vloer van een aan puin geschoten huis.
Niet jij. Je ogen niet gebroken, al is je wang geschramd. De geheimenis van de
dood binnen handbereik. Mij trok het licht. Jouw lot, met zijn gekromde
vingers, rosse vacht, zijn gretig kijken, bleef een schim voor mij. Toch, in het dicht begroeide bos -de dorre tentakels
onderin, het afgestorven grijs- keerde ik terug naar jou. Ik hoorde regendruppels
ruisen. Zo fijn, dat door het naalddak geen de bemoste bodem raakte waarop
ik zat. Niet jij.
Geïnspireerd door: ’Contes Barbares’
van Paul Gauguin