Notitieboek van licht en lucht


'We kunnen niet genoeg naar de lucht kijken', schreef de 19e eeuwse Haagse School-schilder Jan Hendrik Weissenbruch. 'We moeten het van boven hebben. Licht en lucht, dat zijn de grote tovenaars.'

Iedere ochtend als ik de gordijnen opentrek van mijn appartement in de binnenstad van Groningen word ik begroet door een kersverse hemel. De kleur van de lucht, de vormen van de wolken, de matte ochtendschemering, het licht van de ondergaande zon: ze beïnvloeden de sfeer waarin mijn dag verloopt.

'Huis aan de hemel' is een literair notitieboek in de vorm van prozagedichten. Voor mijn observaties put ik soms uit eerdere ervaringen, maar altijd zijn die verwerkt rondom actuele impressies van licht en lucht. Lees mee en raak geïnspireerd om zelf je ogen wat vaker op het hemeldak te richten en te genieten van wat je daar ziet.

De titel van deze blog is ontleend aan een nummer van Cesaria Evora -'Tiempo y silencio'. Via deze links naar YouTube kan je een filmpje van het nummer bekijken en beluisteren. Casa en el cielo 1 of Casa en el cielo 2


donderdag 29 december 2011

Kroongetuigen

De duisternis van de nacht zweefde nog tussen de bomen. Rondom het hof hadden de huizen zich naar binnen gekeerd. De voorste lantaarn was stuk geslagen en toen ik het looppad op wilde gaan, hield het schemerdonker me tegen. De leegte kwam me zo verlaten voor. Maar juist op het moment dat ik op mijn schreden terug wilde keren, sprongen in de kerk ineens de lichten aan: een warm schijnsel doorstroomde alle ramen. Het abstracte glas-in-lood van Jan van der Zee blonk me blauw en rood tegemoet. En in het koor zag ik voor het eerst de familiewapens, goud gekroond, van de Groninger notabelen. Stille getuigen van een eeuwenlange geschiedenis.

vrijdag 16 december 2011

Kind of blue

De tijd verstrijkt. De tijd herijkt zich. Van de dagen rest niet meer dan een smalle strook. Regen komt en gaat in vlagen, als gestage jazz waarin een trompet zijn lijnen vlecht. Op het Akerkhof gekomen verstijf ik: het is of een enorme kraai is neergestort. Maar nee, in het prevellicht knielt op het gras een paraplu. De losgescheurde stof beeft en siddert en de baleinen zijn verwrongen tot een geschonden lach. Als de wind er vat op krijgt, heeft het ding geen enkel verweer. Zonder pardon wordt het tegen een boom gesmeten: vreemde vrucht in een verkeerd seizoen. Eenzaam, veronachtzaamd, lijdzaam ding. You make me feel a kind of blue.

donderdag 8 december 2011

Gauloises blondes

Tegen het beregende slaapkamerraam, zag ik jou staan. Ik was onzeker of ik sliep of waakte. Maar ik wist: jij kon hier niet meer zijn. Al kan ik je huid nog voelen soms, als ik die foto van ons tegenkom. Meer dan één is er nooit genomen. Niet alleen onze liefde bleek te teer. Laatst rook ik weer de patchouli die altijd hing in je krullen en in je fluwelen jas. Weer rustte je hand in mijn hand, zoals we samen lagen tussen het loof. We rookten Gauloises blondes, want het pakje was zo mooi blauw. ‘Net als de hemel hierboven’, zei je met een lach. Maar op het moment dat je die woorden sprak, viel er over je gezicht een schaduw die je blik verduisterde.

zondag 4 december 2011

Nabij Ruinerwold

Het is nog geen vijf uur in de middag, toch schemert er een aluinen maan. Aan de hemel hangen roerloos de langgerekte wolken. En waar de zon achter de bomen zakt, kleurt de horizon witgoud. Het bemoste dak van een rietgedekte boerderij, de vervallen schuur waarop duiven neerstrijken, een witgepleisterd huisje met rode luiken en een bord met 'Weerwille'. Nabij Ruinerwold omsluit ons het duister. Asfalt en hemelvlak smeden zich aaneen. Het oog wordt geleid door witte onderbroken lijnen. Glanzende silhouetten duiken op en verdwijnen. Tussen de houtsingels door glipt schielijk lamplicht van een hoeve die er schuilt. Tot in de verte in een zee van schitteringen eindelijk de stad verschijnt.