Notitieboek van licht en lucht


'We kunnen niet genoeg naar de lucht kijken', schreef de 19e eeuwse Haagse School-schilder Jan Hendrik Weissenbruch. 'We moeten het van boven hebben. Licht en lucht, dat zijn de grote tovenaars.'

Iedere ochtend als ik de gordijnen opentrek van mijn appartement in de binnenstad van Groningen word ik begroet door een kersverse hemel. De kleur van de lucht, de vormen van de wolken, de matte ochtendschemering, het licht van de ondergaande zon: ze beïnvloeden de sfeer waarin mijn dag verloopt.

'Huis aan de hemel' is een literair notitieboek in de vorm van prozagedichten. Voor mijn observaties put ik soms uit eerdere ervaringen, maar altijd zijn die verwerkt rondom actuele impressies van licht en lucht. Lees mee en raak geïnspireerd om zelf je ogen wat vaker op het hemeldak te richten en te genieten van wat je daar ziet.

De titel van deze blog is ontleend aan een nummer van Cesaria Evora -'Tiempo y silencio'. Via deze links naar YouTube kan je een filmpje van het nummer bekijken en beluisteren. Casa en el cielo 1 of Casa en el cielo 2


donderdag 17 november 2011

Aan de grond

Het dak is met een ijslaagje bedekt, wit opgevroren. Door het grijsblauw van de vroege hemel ploegt een vliegtuig, niet groter dan een speldenknop, die er haarfijn zijn pennenstreek zet. Kalm kringelt de rook uit de schoorstenen, dichte grauwe wolken waar nog wordt geslapen, uitwaaierend wit waar al mensen zijn opgestaan. De toren, een met tule omfloerst silhouet, prijkt fier boven de stad die aan zijn voeten ligt te sluimeren. De byzantijnse kroon en de sierlijke hoekkantelen lijken door een fijnschilder te zijn uitgewerkt. Een laatste vleermuis haast zich klapperend naar zijn schuilplaats in de spelonken, de dag dringt achter de horizon. En even later –als door een hogere macht bestuurd– doven in één beweging alle straatlantaarns. De lucht kleurt opaal, uit het oosten komt een zachtgeel licht op, dat een koude dag belooft. Ineens ben ik aan boord van het vliegtuig, hoewel het zich niet langer in mijn blikveld bevindt, tussen de passagiers en de bemanning. In stilte deel ik het schouwspel van dit wonderschoon ontwaken dat aan de invloed van elk vernuft ontstegen is.