Notitieboek van licht en lucht


'We kunnen niet genoeg naar de lucht kijken', schreef de 19e eeuwse Haagse School-schilder Jan Hendrik Weissenbruch. 'We moeten het van boven hebben. Licht en lucht, dat zijn de grote tovenaars.'

Iedere ochtend als ik de gordijnen opentrek van mijn appartement in de binnenstad van Groningen word ik begroet door een kersverse hemel. De kleur van de lucht, de vormen van de wolken, de matte ochtendschemering, het licht van de ondergaande zon: ze beïnvloeden de sfeer waarin mijn dag verloopt.

'Huis aan de hemel' is een literair notitieboek in de vorm van prozagedichten. Voor mijn observaties put ik soms uit eerdere ervaringen, maar altijd zijn die verwerkt rondom actuele impressies van licht en lucht. Lees mee en raak geïnspireerd om zelf je ogen wat vaker op het hemeldak te richten en te genieten van wat je daar ziet.

De titel van deze blog is ontleend aan een nummer van Cesaria Evora -'Tiempo y silencio'. Via deze links naar YouTube kan je een filmpje van het nummer bekijken en beluisteren. Casa en el cielo 1 of Casa en el cielo 2


donderdag 27 oktober 2011

Fovea

Er is weer een heel klein beetje blauw aan de lucht. De ochtend bleef vol wolken, hoog en massief als bergwanden in de Rocky Mountains en –zo leek het– even ontoegankelijk. Het water van het Verbindingskanaal was bruin en dik. Aan de oevers hield zich zelfs geen visser op. De laatste bladeren klampten zich vast aan de stille takken van de singelbomen. Een windvlaag voerde de geur van aarde met zich mee, die herinnerde aan bietencampagnes uit vroegere tijden. En aan 11 november in de regenkou met een lampion die niet branden wilde. Maar om een uur of vijf –eenmaal thuis, ik had de hoop al laten varen– brak in het hart van het wolkendek de hemel plotseling open. De toren toont mij nu zijn zonnigste kant, de windvaan –met het wapen van Groningen– op het oude wijnhuis aan de Boteringestraat staat in de koperen gloed te blinken. Terwijl ik dit schrijf, klinken vanaf de Grote Markt niet langer de kreten van Occupy, maar een aanhoudende dreun van het honderdzoveelste evenement. En ik prevel voor mij uit op het ritme van de drum: ‘Geef het volk brood en spelen.’